Onderzoek laat zien: het zit niet (alleen) in de oren
Waarom kan de één moeiteloos een gesprek volgen op een druk feest, terwijl de ander met precies hetzelfde gehoor zich compleet verloren voelt?
Die vraag houdt gehoorwetenschapper Subong Kim, Ph.D., letterlijk wakker. Want het gebeurt vaker dan je denkt: twee mensen hebben een identiek audiogram, hun gehoortest laat dezelfde gevoeligheid voor tonen zien, maar hun ervaring in rumoerige omgevingen is totaal anders. De één praat vrolijk mee, de ander haakt af.
En het wordt nog gekker. Zelfs bij moderne hoortoestellen met ruisonderdrukking (Noise Reduction, NR) ontstaan grote verschillen. Sommige mensen zweren erbij. Anderen vinden het verschrikkelijk: ze horen de stemmen wel, maar het klinkt onnatuurlijk of te ‘bewerkt’.
Wat is hier aan de hand?
Kim vermoedt dat het verschil niet in het oor zit, maar in het hoofd. Letterlijk. Hij stelt dat individuele eigenschappen, zoals hoe je brein geluid verwerkt, bepalen hoe goed je functioneert in lawaai. En dus ook of je baat hebt bij technologie zoals Noise Reduction. Maar hoe meet je zoiets?
Zo pakte het onderzoeksteam het aan
Samen met zijn studenten onderzocht Kim twee sporen:
- De hersenen zelf: Hoe goed kan jouw brein spraak van achtergrondgeluid onderscheiden?
- Jouw beleving: Hoe storend vind je verschillende vormen van lawaai?
Voor het eerste spoor keek het team naar de zogeheten neural signal-to-noise ratio (neural SNR). Dat is een maat voor hoe sterk jouw hersenen reageren op spraak ten opzichte van ruis. Hoe hoger die neural SNR, hoe beter jouw brein relevante informatie uit lawaai haalt.
Voor het tweede spoor ontwierp het team een test die verder ging dan een standaard vragenlijst. Ze onderzochten hoe vervelend mensen drie aspecten van lawaai vonden:
- Hoe irritant klinkt het?
- Hoeveel belemmert het je bij gesprekken?
- Hoeveel moeite kost het om te blijven luisteren?
Zo hoopten ze individuele profielen te maken van ‘geluidstolerantie’.
Wat bleek?
1. De neural SNR bleek goud waard. Mensen met een hoge neural SNR hadden minder moeite met spraak in lawaai en haalden minder voordeel uit ruisonderdrukking. Hun brein deed al veel van het werk zelf.
2. Mensen met een lagere neural SNR hadden juist veel baat bij ruisonderdrukking. Hun hersenen filterden minder goed, dus technologie hielp hen écht.
3. De subjectieve geluidstolerantie was minder voorspellend. Je kon mensen wel in groepen indelen op basis van hun ervaring, maar dat zei weinig over hun daadwerkelijke prestaties in lawaai of hun baat bij ruisonderdrukking.
En nu?
Volgens Kim is het belangrijk om zowel objectieve hersenmetingen als subjectieve beleving mee te nemen. Niet óf-óf, maar én-én. Want het eerste wat mensen vertellen over hun gehoor is niet wat ze meten, maar wat ze voelen.
Deze studie, gepubliceerd in Audiology Research in juli 2025, is een belangrijke stap richting écht persoonlijke gehoorzorg. Geen one-size-fits-all meer, maar zorg die past bij hoe jij daadwerkelijk hoort, en beleeft.
Blijf ikverstajeniet.nl volgen om op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkeling. Abonneer je ook op onze nieuwsbrief, dan krijg je wekelijks de nieuwste artikelen in je mailbox!